Skip to main content

In gesprek met …
Naam: Jolette
School: Annie M.G. Schmidt
Functie: Leerkracht kleuters en onderbouwcoördinator

“De vrolijke koppies als ik de kinderen ’s morgens een hand geef en zie dat ze er weer zin in hebben. Daarvoor ga ik iedere dag met plezier naar mijn werk.”

Jolette (31) is leerkracht aan de Annie M.G. Schmidt. Samen met haar vrouw, twee kinderen en de kat woont ze in Amsterdam. Op haar school, de Annie, geeft ze alweer vier jaar les aan kleuters. Behalve leerkracht is Jolette ook onderbouwcoördinator. Haar lokaal pik je er meteen uit: de strak in een lijn opgehangen werkjes, de themahoek maar bovenal de warme atmosfeer.

Jolette Lens AWBR Annie M.G. Schmidt

Hoe ben je op de Annie M.G. Schmidtschool terechtgekomen? 
“Nadat ik mijn opleiding in 2010 afrondde, ben ik gaan werken in Amsterdam-Noord, aan dezelfde school waar ik eerder al stage had gelopen. Ik gaf er les aan groep drie, en later aan de kleuters.

Toen ik de kans kreeg om met mijn vrouw tijdelijk voor haar werk naar San Francisco te verhuizen, heb ik niet lang getwijfeld. We hebben de boel de boel gelaten en zijn met onze spullen en de kat naar de andere kant van de wereld gevlogen. Er even tussenuit, wat een avontuur! Ik heb er een fantastische tijd gehad. Ik heb vrijwilligerswerk gedaan, van helpen bij de voedselbank tot koken voor daklozen. Maar wat ik in die tijd miste was het werken met kinderen.

Na terugkomst kwam ik weer bij mijn oude school. Voor één jaar wel te verstaan, want toen vond ik het tijd voor iets nieuws. Ik ben ervan overtuigd dat je leert van verandering, van andere mensen, van andere manieren van werken. Of het zo zijn moest kwam op dat moment een vacature op de Annie vrij. Dus werkte ik mijn cv bij. Een goed gesprek en een proefles verder kon ik aan de slag.”

“Ik vind het belangrijk dat elk kind zich gezien en veilig voelt. Dat ze kunnen zijn wie ze willen zijn.”

Wanneer dacht je: ‘Dit wil ik!’
“‘Ik wil juf worden’, riep ik al toen ik nog kleuter was. Schooltje spelen, schrijven op het bord, heerlijk! Na de Havo naar de Pabo was voor mij een logische keuze. Maar hoe doelgericht ook, ik wist dat mijn keuze niet voor altijd zou zijn. Ik voelde, en voel nog steeds, dat ik méér wil. Wat precies? Dat weet ik niet. Gelukkig geeft de Annie mij volop kansen om mezelf te ontwikkelen. Stilzitten is er voor mij niet bij.”

quote Jolette Lens AWBR

Waarom dit vak?
“Ik wil het verschil kunnen maken. Ik bied kinderen graag een veilige omgeving, waar ze aandacht en warmte krijgen. Ik wil ze een fijne start meegeven, al is het maar voor een kleine, maar o zo belangrijke periode in hun leven. Niet ieder kind ervaart van huis uit veiligheid en geborgenheid. Hoe mooi is het dat wij dat op school wel kunnen bieden. De school als plek waar kinderen leren dat zij ertoe doen, er mogen zijn.”

Wat voor leerkracht ben je?
“Ik ben open, en dat merken kinderen. Ik vind het belangrijk dat elk kind zich gezien en veilig voelt. Dat ze kunnen zijn wie ze willen zijn. Er zat een jongetje in mijn klas die graag jurken en rokjes droeg, maar dat eigenlijk niet durfde. Met hem ben ik in gesprek gegaan en vervolgens ook met de klas. De volgende dag droeg hij een jurkje, en kreeg nog lieve complimenten van de klas ook. Het is bijzonder om te ervaren dat een kind, ook door jouw toedoen, zich veilig voelt. En dat heeft weer positieve gevolgen. Zit een kind lekker in zijn vel, dan gaat het leren veel beter.”

Kies jij speciaal voor jonge kinderen?
“Ik hou van de vrijheid op de Annie. Mijn lesdag verloopt haast nooit zoals ik die gepland had. Gelukkig maar, want hoe mooi is het om onderwijs te maken met de kinderen in plaats van met een keurige lesmethode. Op de Annie zijn we overgestapt van methodisch naar thematisch onderwijs. In de onderbouw brainstormen we over ieder thema. Wat gaan we aanbieden? Hoe openen we het thema? Hoe richten we de hoeken in? Laten we het deze keer los, zodat het vanuit de kinderen kan komen, of geven we een aanzet?
Bij mij kan en mag alles. Met zijn allen naar de speelzaal voor een yoga-oefening bijvoorbeeld, omdat een leerling dat van zijn moeder heeft geleerd. Of even samen judoën, omdat een kind in judopak naar school komt. Als leerkracht thema’s vanuit de fantasie en de leefwereld van het kind mogen verbinden, is een voorrecht.”

Wat zijn je favoriete lessen?
“Ik hou van creativiteit. Een favoriete les zou dus kunnen zijn dat ik met een bak vol materialen de kinderen vraag wat zijn hiermee zouden doen. Ondertussen laat ik zien wat zoal mogelijk is en vertel ik over hoe ze met lijm moeten werken. Samen met de kinderen zoek ik vervolgens met hulp van het digibord naar inspiratie. Tegelijkertijd stel ik ook kaders, waardoor de kinderen gestimuleerd worden om met ideeën te komen. Verder laat ik ze vrij. Ik denk dat het prachtig is om hun betrokkenheid te ervaren, de doelgerichtheid, de concentratie en natuurlijk de eindresultaten.”

Welke boodschap geef je kinderen mee?
“Dat is een makkelijke: alles mag, niets moet. Heb je een idee? Kom maar op, dan pakken we de spullen die je nodig hebt. Fouten maken mag, hulp vragen als iets niets lukt, ook.”

Wat is je wens voor de toekomst?
“Het liefst werk ik in kleinere klassen. Daardoor kan ik nog persoonlijker lesgeven. Maar dat, ben ik bang, zit er voorlopig niet in.”

Doel van het project:
Dit project heeft als doel om het voor de kinderen met extra ondersteuningsvragen beter te doen waar het beter kan. Kortweg willen we de volgende voordelen voor de hulpvraag van kinderen realiseren: Meer snelheid, meer ‘thuisnabijheid’ én hogere kwaliteit.

Het centrale idee daarbij is dat door samenwerking van de scholen van verschillende besturen in elk van de zeven wijken in Amsterdam West meer bereikt kan worden dan mogelijk is door elk van de scholen en besturen afzonderlijk. In elk van de zeven wijken staan gemiddeld 8-10 scholen, in de regel vallend onder 4-6 besturen. Door de expertises van onderwijs, jeugdhulp, buurt- en welzijnswerk per wijk slimmer en minder vrijblijvend te bundelen, kan de hulp eerder, beter en dichter bij de kinderen en hun gezinnen georganiseerd worden.

Om van start te gaan met de ontwikkelde aanpak is een keuze gemaakt voor de twee pilotwijken: Osdorp en Bos en Lommer. We gaan daar aan het werk, waar de kinderen de grootste behoeften hebben aan extra ondersteuning en nieuwe aanpakken.